Bie: |
Demonstructie 5. |
Koot: |
Als men zijn op- en in- en aanstelling toch maar positief
simplistisch bekend zou durven uiten: kortommunicatie. |
|
  |
Koot: |
Meneer de minister, welkom terug,
welkom thuis. |
Minister: |
Dank u zeer. |
Koot: |
Kunt u de eerste ervaringen, in grote
trekken natuurlijk, op een rijtje bundelen excellentie? |
Minister: |
Wel, het is een... eh... prachtig land... eh...
het is een jong land natuurlijk, maar het is een prachtig land
en... eh dat is het merkwaardige, met hele oude banden. |
Koot: |
En zo kwam het ook op u over? |
Minister: |
Eh... in zoverre dat eh... wij natuurlijk
onmogelijk alles hebben gezien kunnen. |
Koot: |
Het verblijf was eigenlijk te kort? |
Minister: |
In feite sowieso uberhaupt. En daar komt dan
bij dat de staatssecretaris en ik vier volle dagen aan de
schijterij zijn geweest. |
Koot: |
Kunt u daar misschien iets meer van vertellen? |
Minister: |
N...nee... Hoewel ik wel mag verklappen dat het
een enorme belevenis voor ons was. Eh, het is daar namelijk geen
normale diarree... |
Koot: |
Het klimaat ook natuurlijk... |
Minister: |
daar speelt natuurlijk ook het hele
klimaat in mee. |
Koot: |
Had u voldoende schoon ondergoed bij u,
excellentie? |
Minister: |
Ik kan u in dit stadium van de zaak
daar helaas...eh... geen commentaar op verstrekken... |
Koot: |
Ik vraag dit omdat in de Hollandse pers het bericht
heeft gecirculeerd dat u een onderbroek heeft moeten lenen van de
Nederlandse ambassadeur. |
Minister: |
U begrijpt dat ik zo kort na mijn aankomst, zonder
de ministerraad geraadpleegd te hebben daar eveneens geen commentaar
bij kan verstrekken. |
Koot: |
Het is jammer, maar ik begrijp het... |
Minister: |
Eeehh... Ik wil daar nog wel dit over kwijt dat ik
helaas weer te weinig schone sokken bij mij had gestoken. |
Koot: |
Hoeveel paar had u meegenomen? Sokken bedoel ik... |
Minister: |
Vier paar, en een losse sok. |
Koot: |
Die vier paar, da's duidelijk.
Maar die ene losse sok, waar kwam die vandaan? |
Minister: |
Ja, dat betreft hier een betreurenswaardig
misverstand. Eh, mijn vrouw rolt mijn sokken namelijk altijd op
in een zogenaamd bolletje. |
Koot: |
O ja, zo in elkaar, dat je zo'n sokkenbolletje
krijgt.... Zo'n bal. |
Minister: |
Precies. Dan die buitenste sok er zo overheen
trekken, dat men dus een bolletje krijgt. En daarom was het mij
helaas, en ik bied daar ook mijn excuses voor aan, was het mij
in de drukte eventjes ontgaan dat dat vijfde bolletje maar één
sok behelsde. |
Koot: |
Dat merkte u waarschijnlijk pas ter
plaatse toen u de koffer opendeed, ja. Wat voor kleur had die sok? |
Minister: |
Aubergine. Dat was een aubergine-kleurige sok. |
Koot: |
Hmm... Aubergine-kleurige sok. En die heeft u dus
niet gedragen? U heeft de aubergine-kleurige sok dus niet gedragen? |
Minister: |
Met dien verstande, ik h-h-heb hem wel gedragen, ja.
Maar toen was het dus avond. Het zijn daar trouwens eh... prachtige avonden. |
Koot: |
Ja, als ik even mag vertalen u bedoelt waarschijnlijk, toen
viel het dus niet zo op dat u maar een sok droeg...? |
Minister: |
Eh, geen commentaar. |
Koot: |
Nou, dan dank ik u in ieder geval... |
Minister: |
Ik wil daar nog wel dit over kwijt ik
droeg dus toch twee sokken... |
Koot: |
Toch twee sokken? |
Minister: |
Want ik had een sok van de staatssecretaris geleend. |
Koot: |
Juist ja. Nee, zoiets hadden wij hier gehoord. Wat voor
kleur had die sok van de staatssecretaris? |
Minister: |
Die was ook aubergine. |
Koot: |
Dus dat was een geluk bij een ongeluk eigenlijk? |
Minister: |
Eh, dat wel ja. Hoewel... mijn aubergine dus zonder
meer mooier was...dieper... warmer. |
Koot: |
Ja. Toen stond de staatssecretaris dus
met één sok? |
Minister: |
Inderdaad. Maar die heeft zolang een
turquose anglette van mij aangetrokken. Hij stond wat achteraf
de groepsfoto, dus eh... hopelijk is dat niet zo opgevallen. |
Koot: |
Ja. Heeft u trouwens dezelfde sokkenmaat als
beide staatssecretarissen? |
Minister: |
Ik zou willen zeggen, en u weet dat zelf net zo
goed als ik, dat dat allemaal dus tegenwoordig van strets is. |
Koot: |
Mmm, ja. U had ook, laatste vraag, een
zwembroek meegenomen? |
Minister: |
Nee, nee. Ik ben zelf een zeer grage
zwemmer, maar ik had dus geen zwembroek meegenomen. |
Koot: |
Maar u heeft toch wel gezwommen tussen
de onderhandelingen door, heb ik gehoord? |
Minister: |
Ik he... Ik heb... Ik heb wel, eh,
gezwommen, ja... |
Koot: |
Vond dat dan misschien, excellentie,
plaats in die geleende onderbroek van de ambassadeur? |
Minister: |
Eh, geen commentaar! |