Wie is bang voor Lurelei ?

Soort:Recensie
Onderwerp:Wie is bang voor Lurelei
Auteur:Ber Hulsing
Medium:De Waarheid
Datum:23-10-1965
Pagina:6

Voor "Wie is bang voor Lurelei?!" hoeft Lurelei niet bang te zijn. Dat heeft, om te beginnen — en daarmee begint elk goed cabaret — beste teksten, op een paar na. De stukjes proza zijn duidelijk het minst, maar wat op rijm, ritme en muziek staat, is echt en vakkundig voor cabaret geschreven, met geestige spot, en vaak leuk gevonden.
 
Dat gaat dan bijvoorbeeld over provo's en meisjes, die 's avonds weer heel anders provoceren: over De Telegraaf lezende misdadigers, die het zo roerend eens zijn met de stukjes van de oude strafrechter; over het Godard-filmsnobisme of het rare en gevaarlijke televisie-cabaretvak; over de, in een kapsalon bij damesbladen besproken voordelen van een vorstenhuis boven een gewone president van een republiek. Daarin heeft Guus Vleugel, de huisdichter, het bekende banale burgerlijke geleuter tot grappige satires en komische dwaasheden voortgezet. Ruud Bos schreef er muziek bij, die de werking versterkt.
 
Twee sterke ensemblenummers, met muziek van Rudy van Houten, zijn Het Gesprek, over de welwillende toenaderingsmode van onverenigbare gezindten; en de bluesachtige ballade over Happening Hein, die voor zijn laatste happening zeshoog het raam uitspringt.
 
Eric Herfst beantwoordt de vraag, waarom er al zoveel goede krachten bij Lurelei vandaan gingen, meteen al met een goed stukje zelfspot, maar daarmee zijn niet alle moeilijkheden overwonnen. Er kwam wel nieuw, duidelijk talent bij: Maria Lindes doet het leuk en levendig, met een goede stem. Haar solo "Ik rook niet meer" is aardig, en ze vult Jasperine of het ensemble best aan. Kees van Kooien valt even op in een mal psychologisch monoloogje, dat hij zelf schreef. Zij doen alles uitstekend, maar zij zijn nog niet sterk.
 
Zij brengen de woorden, en hun betekenissen, nog niet meteen raak, scherp en persoonlijk over. John Lanting heeft in de scènetjes zijn acteurservaring mee, maar het overrompelende rechtstreekse, dat een cabaretartist telkens met haast niets moet opbrengen, heeft hij nog niet. Hij zoekt het wel in het droge, onnadrukkelijke, maar daar heeft Lurelei al jaren Eric Herfst voor. Die is daar komisch, maar nog altijd wat bescheiden, in. Dit alles kan te maken hebben met mijn indruk, dat de meeste teksten toch wat feller en treffender gebracht hadden moeten worden-. Er be[..] een genoegelijkheid aan [..] die al te gemoedelijk is. Dat [..] ik zelfs van Jasperina als [..] vrouw, die afgunstig over [..]stand van haar werkster [..] of in het, niet erg gelukkige [..] van Verzet'. Alles uit de kast halen is een nauwkeurig [..] naar toon en nadruk, en [..] zal de regisseur Johan [..] niet zo sterk geweest zijn [..] het zetten der beweging [..] overigens is Jasperina de Jonge [..] dan ooit de eerste. Wat zij [..] doet, en hoe, is bekend. [..] nu als soli een prachtig Reizigers Nachtlied, van Michel van der Plas, over een berouw[..] frouw, die niet alles deed [..] Egeraat voorschreef het slot een kostelijk lied [..] welstandsdame, die van [..] twee kocht, ook mannen.
 
Voor alle muziek zit Peter Bark aan de piano.
 

 
Terug naar Bibliografie