De gevaren van een succesformule

Ondertitel:"Wie is bang voor Lurelei?"
Soort:Recensie
Onderwerp:Wie is bang voor Lurelei
Auteur:Frans Boelen
Medium:De Tijd De Maasbode
Datum:22-10-1965
Pagina:7


Het Lurelei-cabaret in zijn nieuwe samenstelling. V.l.n.r.: Eric Herfst, Kees van Kooten, Maria Lindes, Jasperina de Jong en John Lanting
 
AMSTERDAM. 22 okt. — "Wie is bang voor Lurelei?" luidt de titel van het nieuwe programma waarmee het Lurelei-cabaret gisteravond officieel van start is gegaan. Om op de vraag terug te komen: er zullen na gisteren zeker landgenoten of toekomstige landgenoten zijn die reden hebben inderdaad bang te zijn voor dit nogal altijd vlijmscherpe, harde en kritische groepje, hoewel het aantal "slachtoffers" mij ditmaal wat minder lijkt dan normaal. Toch kan ook de criticus geloof ik een reden aanvoeren om "bang te zijn voor Lurelei", maar dan voor wat betreft de toekomst van dit cabaret, dat, hoewel wederom beschikkend over voortreffelijke Guus Vleugelteksten goed in het gehoor liggende, soms heel aparte muziekjes en een Jasperina de Jong op haar best, vaak dreigt vast te lopen in een wat stereotype vorm en presentatie.
 
Die presentatie met name liet nogal eens te wensen over. De nieuwe medewerkers John Lanting (houterig en onzeker), en Kees van Kooten bleken naar mijn gevoel bepaald geen aanwinsten en ook Maria Lindes (op het laatste moment ingevallen voor Maya Bouma) zal aan haar onmiskenbaar talent nog veel moeten schaven. Bewondering heb ik evenwel voor de wijze waarop zij zich in korte tijd aan de geheel eigen Lurelei-stijl heeft weten aan te passen: een waarlijk niet geringe prestatie. Duidelijker dan ooit komt in dit programma naar voren dat Lurelei drijft op het grote vakmanschap van auteur Guus Vleugel, leider Eric Herfst, regisseur-choreograaf Johan Verdoner en dat steeds briljanter wordende natuurtalent Jasperina de Jong. Zij en zij alléén bepalen nu al jaren het niveau en de "image" van Lurelei; de rest past zich al dan niet verdienstelijk aan.
 
Variatie
 
Waar ik echter met nadruk voor wil waarschuwen is het feit dat men niet moet vastlopen in eerder succesvol gebleken formules. Als er een — naar mijn gevoel redelijk — bezwaar tegen de voorstelling is aan te voeren dan is dat wel een gebrek aan variatie in benadering en uitwerking van thema's en onderwerpen. Dat klinkt wellicht vreemd voor een cabaret dat er een goede gewoonte van heeft gemaakt om in zijn programma niets ongezegd te laten en nergens voor terug te deinzen, maar het is nochtans mijn stellige overtuiging. Ook het "wij zeggen het lekker wèl"-principe kan op den duur een maniertje worden. Een andere situatie-tekening en een nieuwe vorm van presentatie, zouden ditmaal niet misstaan hebben. Ik meen verder dat er méér dingen ongezegd gelaten zouden kunnen worden omdat die voor de goede verstaander (en voor hem werkt Lurelei toch hoofdzakelijk) ook zó wel begrepen worden. Dat terzijde.
 
Het nieuwe programma is ondanks de reeds genoemde bezwaren weer van een uitzonderlijk gehalte. Wellicht zijn tekst en muziek ditmaal beter geïntegreerd dan ooit en is de voorstelling homogener dan voorheen. Geen moment verslapt de aandacht en in vrijwel elk nummer wordt men — al is het soms maar even — geamuseerd. Dat lijkt mij de grote verdienste van deze "Wie is bang"-aflevering. Zelfs in de zwakste nummers als het vrij banale, geestloze H.B.S.-erige "psychologie-praatje" van en door Kees van Kooten, het vervelend moraliserend en dilletanterig gebrachte "Zo sneu voor de Blumfeldjes" door John Lanting, het korte onbeduidende anti-rook liedje door Maria Lindes en het flauwe Rowold knutselwerkje "Voetbalpolitiek" zijn er momenten waarbij de bezoeker niet aan een (onbewust) lachje ontkomt. Sterk leken mij ook nu weer de ensemble-nummers. Hierin worden tekst muziek en choreografie op een weldadige wijze verenigd en wordt eigentijds cabaret gebracht op een wijze waartoe maar weinig gezelschappen in staat zijn. Hoogtepunten waren het spitse, fonkelende en psychisch rake nummer "Het gesprek", een sketch die de "Dialoog", "Het Openstaan Voor Elkaar" en "Het Begrip" tot uitgangspunten heeft; de zeer dodelijke parodie op de filmsnobs; het muzikaal heel sterke "Happening Hein" (compositie: Rudy van Houten) en de zoals steeds, pakkende finale waarvoor Johan Verdoner een reeks aanstekelijke en humoristische choreografietjes in petto had.
 
Jasperina
 
Individueel was er maar één die de show stal en dat was Jasperina de Jong. Zij heeft in dit programma veel en zwaar werk te doen, maar zij doet het met een zwier, een gemak, een allure en een vakmanschap waar men wel even van onder de indruk komt. Liedjes als het "Reizigers nachtlied" (op tekst van Michel van der Plas) een ode aan dr. L. van Egeraat en de duetjes met Maria Lindes als "Provo-meisjes" en (de "smash" van de avond) "In een republikeinse kapsalon" dienen zó op de plaat te worden gezet, want voor eenmalige consumptie zijn ze te goed.
 
Eén opmerking tot slot: de koninklijke familie, de monarchie en de figuur van de heer Claus von Amsberg komen zeer nadrukkelijk aan de orde. Daartegen bestaat geen enkel bezwaar, mits het gebeurt op een meer verpakte, wat minder directe manier. Nu zouden er wel eens moeilijkheden kunnen ontstaan, waardoor ronduit kostelijke nummers als "de kapsalon" en "Pro en Anti" in gevaar komen.
 
De originele muziek van Ruud Bos vond o.a. in begeleider Peter Bark een talentvol vertolker.
 

 
Terug naar Bibliografie