Vier Lichte Letterheren [PM]

Soort:Verslag
Onderwerp:Vier Lichte Letterheren
Auteur:Han van Gessel
Medium:De Volkskrant
Datum:16-04-1999
Pagina:37 (Cicero)

Het Letterkundig Museum in Den Haag opende donderdag zijn deuren voor een tentoonstelling (tot en met 12 september) waarin vier humoristen in de letteren, 'vier lichte letterheren', centraal staan: Godfried Bomans, Kees Stip, Simon Carmiggelt en Kees van Kooten. Te zien zijn onder meer de manuscripten van "Erik, of Het klein insectenboek" en "Pieter Bas" van Godfried Bomans, van Hedonia van Kees van Kooten en van enkele Kronkels van Simon Carmiggelt. Daarnaast veel foto's, bijzondere boeken, brieven, persoonlijke documenten en een collectie ansichtkaarten die Carmiggelt aan Van Kooten stuurde.
 
Ook zijn er minder traditionele expositievoorwerpen te bewonderen, zoals de tabakspot en de pijp van Godfried Bomans, een verzameling jeneverflessen van het merk Rynbende (een verwijzing naar het gelijknamige tijdschrift dat Carmiggelt redigeerde), een gebreide bok die Kees Stip van een bewonderaar kreeg (vanwege zijn Trijntje Fop over de bok uit Siddeburen), en een kop van Kees van Kooten waarop alle snorren, brillen en pruiken voor zijn typetjes werden uitgeprobeerd.
 
Bij de expositie is onder redactie van Aad Meinderts en Dick Welsink een Schrijversprentenboek verschenen, Vier lichte letterheren, waarin prachtig biografisch materiaal is verzameld. Peter van Zonneveld schetst Godfried Bomans; Kees Stip wordt geportretteerd door Cees van der Pluijm; Kees Fens, Sylvia Witteman en Thomas van den Bergh schilderen Simon Carmiggelt en Kees van Kooten is in goede handen bij Gerrit Komrij.
 
Een 'nieuwtje' wordt gemeld in de levensloop van Kees Stip. In 1954, staat er, zou hij naar aanleiding van het verschijnen van het bisschoppelijk mandement een dierengedichtje onder zijn pseudoniem Trijntje Fop hebben gemaakt en dat zou niet in de Volkskrant, zijn vaste plek destijds, zijn geplaatst. Zo'n mededeling maakt nieuwsgierig.
 
Het hoofdredactioneel archief biedt geen uitkomst. In de map 'Kees Stip' zit wel een briefje waaruit bleek dat de toenmalige hoofdredacteur Lucker 'Op een bij' had afgekeurd omdat hij de Fop 'niet rond' achtte ('Te Breukelen bestrijdt een bij/ het misbruik der veelwijverij./ 'Dit heeft alleen', zo luidt zijn oor deel,/ 'een meteorologisch voordeel:/ Men hoeft niet meer te denken hoe men/ de volgende orkaan zal noemen.' ').
 
Oud-redacteuren van de Volkskrant (Ad Overeem, Bob Bertina) konden zich er niets van herinneren. Uit het archief van de Volkskrant dook een interview met Kees Stip uit de Haagse Post uit 1982 op, waarin hij vertelde dat een keer een Trijntje Fop door Lucker was geweigerd, omdat de briefkaart waarop hij zijn rijmpje naar de krant had gestuurd maar 6 cent porto had in plaats van 7.
 
Dick Welsink van het Letterkundig Museum wees op de bron van het verhaal: een brief van Hans van Straten in de NRC van 2 september 1988. Daarin stond ook de tekst, die Van Straten uit zijn geheugen debiteerde:
 
Daar was een roomse reu in Mook
 
die laatst een rode teef berook.
 
Toen gaf zijn baas, meneer de bisschop,
 
het dier een welgerichte mis schop
 
en riep: 'Scharminkel dat je bent,
 
vooruit, ga in je mandement.'
 
De dichter zelf biedt de oplossing. 'Op een reu' heeft hij wel gemaakt, beaamt hij, maar de krant nooit aangeboden. 'Ik wist wel tot hoever ik kon gaan.' Hij heeft het wel voor de AVRO-radio gedebiteerd. De tekst zoals Van Straten die gaf, is niet helemaal correct, wil hij nog wel even kwijt. Dit is de goede versie:
 
Er was een roomse reu te Mook
 
die laatst een rode teef berook.
 
Toen gaf zijn baas, meneer de bisschop,
 
het dier een welgerichte mis schop
 
en sprak: 'Slampamper die je bent,
 
vooruit, ga in je mandement!'
 
Het uitroepteken is voor het effect essentieel, zegt Stip.
 

 
Terug naar Bibliografie